
2 Oktober, weer een nieuwe les. Toen iedereen binnen was werd er gezegd dat het een leuke les zou worden. Zo werd de opdracht weer enthousiast uitgelegd. Er werden strookjes uitgedeeld waar tegenstellingen op stonden. Denk hierbij aan hard-zacht, positief-negatief en horizontaal-verticaal. De bedoeling was om deze beide uit te werken en een familie te gebruiken. Deze moesten we 3D gaan uitwerken op plateaus. De eerste tegenstelling die ik in mijn handen kreeg was hard-zacht. De meeste mensen kregen hier blijkbaar het idee can harde en zachte kleuren bij. Ik ging meer uit van het materiaal. Weer het minimale materiaal uit de rommelhoek. Dat materiaal waar je weinig mee kan doen? Inderdaad dat materiaal. Maar ik bekijk het maar zo, nu hoef ik zelf geen materiaal mee te sjouwen van huis. Nou zo heb ik simpel weg een steen op een stuk hout geplakt en bij zacht een aantal bollen gaar geplakt en KLAAR. Natuurlijk niet meteen maar zo zou je het kunnen zeggen. De uitwerking is zo heel letterlijk als je kijkt naar het materiaal, de uitstraling van de eindproducten is ook letterlijk hard en zacht.
Er was nog genoeg tijd voor meerdere ontwerpen en zo was mijn volgende tegenstelling open-gesloten. Voor deze uitwerking heb ik gekozen voor een bloem die open en dicht is. Eerst heb ik de houten plank bekleed met zwarte doek om de bloem beter te laten spreken. De "leuke" bloemenkrans van de eerste les heb ik weer gebruikt. Zo kan de bloem gezien worden als een mens die gevoelens heeft. Als iemand gesloten is dan deelt men de gevoelens niet snel en houdt die persoon alles voor zich. Als iemand nou openlijk is laat die snel blijken hoe hij zich voelt en spat dus uit van gevoelens. De bloemen van de bloemenkrans zijn de personen om iemand heen. Dit klinkt heel wazig maar misschien dat de foto's helpen.
En nog steeds was er tijd over . . . niet zoveel meer maar toch probeerde ik nog een nieuwe te maken. En gelukkig was het ook nog een makkelijke, horizontaal-verticaal. Hier ging ik te veel op in dat er een familie, herkenning, moest zijn. De familie die ik heb gekozen is hout. Zo heb ik een uitwerking met bamboe stokjes gemaakt en een met halve wasknijpers. In principe maakt het niet uit hoe de uitwerkingen geplaatst worden want het kan of horizontaal of verticaal zijn. Maar de bedoeling vanuit mij was officieel zo:
Bij deze les vroeg ik mezelf een aantal keren af waar we heen moesten met dit. Als ik deze uitwerkingen een keer zou laten zien bij een toelating zouden de blikken niet verrassend zijn. Ze zouden waarschijnlijk het zelfde denken als mij, zijn deze gemaakt op de basisschool? Of nog lager? De opdracht sprak me niet aan omdat het de bedoeling was om deze uit te werken met het materiaal van de rommelhoeken en (alweer) 3D. Mijn mening blijft het zelfde over dit soort opdrachten, waarom??
Geen opmerkingen:
Een reactie posten